Louis
Geert Bruloot opende deze winkel in 1986 om kleding van de Antwerpse Zes te verkopen. De winkel wordt nu gerund door Marjan Eggers en heeft nog steeds kleding van de beste ontwerpers, waaronder Ann Demeulemeester, Martin Margiela en Dior, maar bevordert ook jong talent door laatstejaarsstudenten uit de modewereld uit te nodigen om in de etalage te exposeren.
Het Modepaleis
Het Modepaleis van Dries van Noten. Hieronder een fragment van deze topdesigner en andere designers vertaald van het prachtige artikel in de NYTimes. (hier kan je alles lezen ZEKER DE MOEITE)
ALLE generaties lang is er een universiteit of een werkplaats, een theatergezelschap of een laboratorium dat een schijnbaar onevenredig groot aantal invloedrijke afgestudeerden voortbrengt: In de jaren veertig van de vorige eeuw kwamen de kunstenaars Alex Katz, Roy DeCarava en Lois Dodd via Cooper Union in New York; midden jaren negentig voedden Central Saint Martins in Londen Phoebe Philo, Stella McCartney en Hussein Chalayan op. Minder erkend is de invloed van de Royal Academy in het begin van de jaren ’80, toen haar studenten werk maakten dat de werelden van mode, kunst en theater zou transformeren.
Ook nu nog, ondanks de aanhoudende economische kracht (tot op de dag van vandaag is de stad rijk aan de haven en de diamanthandel), blijft Antwerpen “een soort dorp”, zegt de Belgische kunstenaar Luc Tuymans, die van 1978 tot 1979 schilderkunst studeerde aan de Koninklijke Academie en nog steeds in de stad woont. Misschien omdat de groei ervan abrupt eindigde in 1585, is Antwerpen nooit een metropool als Londen of Parijs geworden. “Er heerst hier een sfeer van een vrij kleine stad waarin veel mensen samenwerken”, zegt modeontwerper Dries Van Noten.
Deze samenwerkingsgeest en de concurrentie die inherent is aan een hechte gemeenschap, heeft de ontwerpers die bekend staan als de Antwerpse Zes – Van Noten, Ann Demeulemeester, Dirk van Saene, Walter Van Beirendonck, Dirk Bikkembergs en Marina Yee – samen met collega-alumni Martin Margiela in staat gesteld om Antwerpen te transformeren tot een hoofdstad van de intellectuele, onconventionele mode. De zes ontwerpers waren fel geïndividualiseerd –
“We wilden elk anders en beter zijn dan de anderen”, herinnert Demeulemeester zich – maar ze waren ook vrienden die ideeën uitwisselden vanuit hun eigen interessesferen en vanuit nabijgelegen steden. Antwerpen was in het begin van de jaren ’80, net als in de 16de-eeuwse bloeiperiode van de stad, een broedplaats voor creativiteit: Het lag dicht genoeg bij de exploderende jeugdsubculturen van Berlijn en Londen om hun echo’s te voelen, maar ver genoeg weg om die invloeden te laten uitgroeien tot nieuwe vormen.
“We kijken naar alles met een zekere afstand”, zegt Van Noten van de inwoners van zijn stad. “Niet erg ver weg, maar slechts één stap terug. Op die manier kunnen we bepaalde dingen heroverwegen en de dingen op onze eigen manier doen.”
Ann Demeulemeester
Deze topdesigner geboren in 1959, is de meest serieuze. Ze is een grote fan van leer en dit merk je terug in haar designs. Ze verkoopt haar coole minimalistische mode in een groot hoekgebouw met ruwe houten vloeren, witte muren en een geborgen houten balk die gebruikt wordt om schoenen te tonen.
ESSENTIEL
Esfan Eghtessadi en Inge Onsea lanceerden in 2018 een prachtige nieuwe Essentiel winkel in hun thuisstad. Het is een sobere, lege ruimte op twee niveaus met een groot raam op straat. Hier tonen ze heldere vrouwenkleding en -accessoires in een dozijn verschillende kleuren.